16.2.09

Aart van den Brink

Aart van den Brink (Oosterend 1954) vertrok na zijn HBS-tijd op Texel naar Amsterdam waar hij woont en werkt. Bij een grote uitgeverij houdt hij zich bezig met belastingprogrammatuur.

In 1998 verscheen van hem de inmiddels uitverkochte gedichtenbundel Op Texel valt er nu misschien wel regen (Het Open Boek), waarin het stadse kantoorleven en de Texelse jeugd een prominente rol spelen. Zijn voorkeur gaat uit naar traditionele versvormen, met hun vermogen om een maskerade te zijn voor de onderliggende gevoelens. Hiernaast bracht hij enkele sonnettenbundels uit in eigen beheer. Enkele van zijn gedichten werden opgenomen in de bloemlezing De Wadden in gedichten (Uitgeverij 521).

Sinds 2006 schrijft hij Nederlandse ballades, die hij tezamen met enkele vertellingen
van popsongs in maart 2008 in Oudeschild ten gehore bracht.
Aart is getrouwd en heeft drie zoons.

Titelloos

Over de vloer, bezaaid met printervellen,
volgt hij de strofenwaaier met zijn hand,
doorgraaft methodisch het opdrachtbestand
om stapsgewijs de werking vast te stellen.

Om fouten op te sporen. Kijk, een felle
splijtende bliksem uit een ooghoek brandt
zijn aandacht op een regel: een mutant
komt in vermomming langs zijn netvlies snellen.

Besef: een zelfde fout als vorig jaar!
Niets van geleerd! Onthouden, maar vergeten!
Dit denken is met zuren ingebeten.
Maar ook: een zelfde flits als vorig jaar,
om wèèr te vinden wat je hebt geweten,
Net als die blik, net als die lach van haar.

Aart van den Brink

Geen opmerkingen:

Een reactie posten