18.2.09

Pom Wolff

Al enige jaren zeer succesvol in slammersland. Debuteerde in 2005 in de Windroos-serie, onder redactie van Henk van Zuiden en het beschermheerschap van Simon Vinkenoog, met Je bent erg mens, waarin de harde rauwe werkelijkheid van een illusieloos grote stadsbestaan met evenveel venijn als compassie werd beschreven en waaruit overtuigend bleek dat deze dichter ook op papier een dwingende présence heeft. De positieve kritieken zorgden eind vorig jaar voor een snel vervolg, Toen je stilte stuurde, dat naadloos aansluit bij eerder werk.

Er is dezelfde gedrevenheid, dezelfde op een quasi onverschillige manier beschreven betrokkenheid, hetzelfde gebruik van dezelfde stijlmiddelen en ook qua vorm en presentatie van de gedichten is er geen verschil. Wolff`s poëzie is hoofdletterloos, doet het op enkele gedachtestreepjes na zonder interpunctie, heeft een voorliefde voor de hyperbool en is vaak met dank aan de vele enjambementen op een woordspelerige manier ambigu.

In de gedichten van Pom Wolff is geen sprake van de imaginaire wereld van de grote verbeelding. Ze geven de lezer niet het gevoel te mogen reiken naar notie`s van diep begrip en daardoor als het ware als het wezenlijk getransformeerd te worden in een ander. Ze nodigen er wel toe jezelf in te voegen en te antwoorden. Dat is hèèl wat.

en ook dat

weet je nog dat we in vinkel liepen
langs de randen van ons onvermogen
het alleenrecht op onzekerheid
dat we deelden

er hoorden dagen bij de lippen van de nacht
toen we te weinig nog en dronken van de scherven
de ruimte niet begrepen alsof je een hand legt
op een verkeerde plaats

er was vuur in de tuin in de regen
een vrouwenbeen hing aan een boom
te overleven jij leed aan orde
ik aan aarde er was applaus
de wereld zwijnde en varkens paarden schatje
zo leek het toch nog ergens op

de liefde stal iets van de oorlog
als een dichter van de woorden
dood van leven in een ververoverd land
we moesten lachen en ook dat verging

Pom Wolff

Geen opmerkingen:

Een reactie posten