18.2.09

Sieger Baljon

Sieger Baljon (1981) belegert de diverse podia van het Nederlandse taalgebied sedert 2002. Zijn vaak even strijdbare als surrealistische poëzie dwaalt rond in het schemergebied tussen klank en beeld, tussen dadaïstische klankverzen en ritmische manifesten van de waanzin. Reeds in 2004 stond hij in de finale van het NK Poetryslam, zoals ook weer in 2008. Zijn gedichten werden gepubliceerd in diverse bloemlezingen, op Rottend Staal en in Arrggh, maar werden ook voorgedragen voor ME-linies, tijdens politieverhoren en voor rechters. Daarnaast is hij een veelgevraagd jurylid van poëzie-evenementen. Ook onderzoekt hij regelmatig het grensgebied tussen het woord en andere disciplines. Dit wordt geïllustreerd door zijn talloze performances bij exposities, in gekraakte vrijplaatsen en in de publieke ruimte die soms een vervreemdend, soms juist een politiek karakter dragen.

Ook in zijn rol in de experimentele poëzie-elektroformatie de RaaskalBOMfukkerZ onderzoekt hij op buitenaardse wijze deze grensvlakken. Verder is Sieger lid van diverse interventie-/kunst-collectieven zoals Damoclash, Toztizok Zoundz en galerie SchijnHeilig.

en het is geen tijd voor poëzie

de dag wordt langer
en de zon doet wat in haar bereik ligt
maar zij slibt van binnen traag tot troebel
als die rusteloze knoop die trappelend
op de hakbijl wacht

flaterslaanders dagen slachtgraag
lelijkheid verdraagt zich alom alsof
alle spiegels zijn beslagen en daar
slechts blinden achter de knoppen staan

en het is geen tijd voor poëzie

wat naar de top raasde danst zich aan stukken
knopen draaien zich vast draaien zich door
al steeds snellere dagen

een nacht komt klaar op haar laatste uithalen
men voelt, het falen daagt en
voor dromen is het nu te laat, men
legt haar laatste gebed op straat

en het is geen tijd voor poëzie

wie het luikje open doet
ja, wie de huid, de ribben openvouwt
zal zien waarom de rangschik niet deugt
met de beitel is het onze hartklep ingegrift

en de poppenkast ontpopt zich ratelend
als die klepperende metronoom
door de stegen voortgesleept

wij zijn alleen, zo luidt de leugen, en

dat het geen tijd is voor poëzie

Sieger Baljon

Geen opmerkingen:

Een reactie posten